Gezondheid

Architectuur, stedenbouw en landschap vormen een complex weefsel dat onze gezondheid beïnvloedt. Sinds het midden van de negentiende eeuw ontwerpen stedenbouwkundigen stratenpatronen die samenvallen met de netwerken van riolering en leidingen voor schoon drinkwater. Rond 1900 werden krotopruiming en volkshuisvesting actueel – slechte woonomstandigheden leidden onvermijdelijk tot ziekte en verval. In de jaren twintig van de vorige eeuw nam de populariteit toe van stadsmodellen met groene wiggen tot in het stadshart: van openluchtrecreatie werd een positief effect op de gezondheid verwacht. Nu draait het concept van de gezonde stad vooral om de manier waarop de ruimtelijke inrichting leefstijlen bepaalt: de vijftien minuten stad, het bevorderen van lopen en fietsen, het terugdringen van onnodig autogebruik, de herinrichting van straten en pleinen als verblijfsruimten, place making, bepalen steeds vaker de stedenbouwkundige agenda. De gebouwde omgeving wordt een instrument voor het koesteren van ons welzijn, waarbij architectuur, stedenbouw en landschap elkaar ontmoeten in een symbiotische relatie met de gezondheid van de bewoners.