Architectuurkritiek
Het architectuurhistorisch bedrijf heeft zich in Nederland redelijk kunnen verankeren, op grond van een uit de monumentenzorg afkomstige behoefte aan bouwhistorische kennis. In het laatste kwart van de twintigste eeuw heeft de effectiviteit van de architectuurhistorische discipline zich verbreed tot ver over de grenzen van wat voor de uitvoering van monumentenzorg noodzakelijk was. Daarbij werden geregeld de grenzen verkend tussen de architectuurgeschiedenis en de contemporaine architectuurwetenschap. Deze verkenningen zijn in het bijzonder profijtelijk geweest voor het architectuurhistorische bedrijf, maar een academisch ondersteunde architectuurkritiek is er helaas niet uit tevoorschijn gekomen. Het functioneren van de architectuurkritiek viel exact samen met de opeenvolging van formats van een select aantal tijdschriften. Dat liet – en laat nog steeds – een belangrijk potentieel aan wetenschappelijke benaderingen buiten schot, dat precies te lokaliseren is op het kruispunt van architectuurgeschiedenis en architectuurwetenschap: de intrinsieke logica van de architectuur als handeling in de actualiteit kan juist daar in samenhang worden bezien met de tijdruimtelijke continuïteit van een oude wetenschap.
De opgave die Architecturalia stelt is om aan de hand van de recente trends in de architectuur (met inbegrip van stedenbouw, landschapsarchitectuur en planologie) een aantal kortere etudes te wijden aan de reikwijdte van de architectuurkritiek.