J.J.P. Oud, Poëtisch functionalist 1890-1963 / Compleet werk

Ed Taverne, Cor Wagenaar, Martien de Vletter 
J.J.P. Oud, Poëtisch functionalist 
1890-1963 / Compleet werk 
 
ISBN 90-5662-199-8, 
Nai Uitgevers, Rotterdam 
Vormgeving: Joseph Plateau, Amsterdam

De naam van J.J.P. Oud (1890-1963) is synoniem met de Nederlandse moderne architectuur van de eerste helft van de twintigste eeuw. J.J.P. Oud. Poëtisch functionalist beschrijft het volledige werk van deze pionier van de Nederlandse architectuur: van zijn eerste schreden in het vak tot zijn rol als grondlegger van De Stijl samen met Theo van Doesburg, van zijn internationaal befaamde woningbouwcomplexen tot zijn tot nu toe onderbelicht gebleven naoorlogse werk.

Het boek toont de veelzijdigheid van Oud: zijn artikelen, ontwerpen voor briefpapier, boekomslagen, meubels, een grafsteen, monumenten, en natuurlijk zijn bekende architectuurontwerpen, waaronder het ‘Witte Dorp’ te Rotterdam, de woningbouw in Hoek van Holland, Kiefhoek in Rotterdam, de Weissenhofsiedlung in Stuttgart, de Haagse Shell-gebouwen, de Spaarbank in Rotterdam en De Utrecht in Rotterdam.  

In deze publicatie wordt zijn oeuvre uitvoerig gedocumenteerd, waardoor het voor het internationale publiek voor het eerst op een vergelijkbare manier ontsloten wordt als dat van andere prominenten van de Moderne Beweging, onder wie Le
Corbusier, Gropius en Mies van der Rohe.
Het boek besteedt daarnaast uitgebreid aandacht aan de context waarbinnen het werk tot stand kwam.
Interessant is daarbij Ouds eigenzinnige positie ten opzichte van zijn collega-pioniers, met wie hij zijn leven lang uitvoerig correspondeerde, en zijn uitgesproken kritische houding tegenover de hoofdstroom van het modernisme.

Architectuur was voor Oud synoniem met bouwkunst.
Het was meer dan bouwen, alleen een poëtisch functionalisme kon aanspraak maken op de eretitel architectuur. De na de oorlog wijdverbreide International Style, waarvan Gropius een van de grondleggers was, stelde hem diep teleur. Geconfronteerd met wat hij zag als het verraad aan de architectuur zocht hij in zijn latere werk aansluiting bij de beginselen van De Stijl, die hij opvatte als een vitale geestelijke stroming die steeds actueel bleef.